Feeling hot hot hot

DONDERDAG 2 november 2017

Onbewust ben ik toch bezig met de terugkeer naar Belgie (binnen een dikke vier maanden). Wat ik ongetwijfeld het meeste ga missen, is de luxe van elke avond uit eten te gaan. Niet dat we hier elke avond gaan voor een Michelintent. Uit eten gaan is hier vooreerst meer dan betaalbaar, belachelijk goedkoop zelfs (ook voor de Zuid-Koreanen zélf). Daarnaast is Koreaanse keuken absoluut te leren kennen, veelzijdig, gezond en vooral verslavend lekker. Na twee maand hebben we zelfs alle restaurants in onze straat/wijk nog niet ontdekt. Laat staan in heel Seoul.

Vanavond heb ik afgesproken met Layla, Wissam en mijn twee Belgische vriendinnen Justine en Esra. De zus van Esra is voor tien dagen op bezoek en gaat ook mee uit eten. Wanneer ze uit de metro stappen, verschiet ik me een bult. Een bekend gezicht! Megi, de zus van Esra, zat vorig jaar bij mij in de les. Ik kende haar niet persoonlijk maar ze was één van de vele vertrouwde gezichten in de aula. Hoe raar dingen kunnen lopen. Je trekt naar Zuid-Korea en leert er 2 Belgische meisjes die ook studeren aan de VUB, waarvan er één een achternichtje van je kent en de andere een zus heeft die óók aan de VUB politieke wetenschappen studeert.

We gaan met z’n allen voor Tsap tse (첩세). Tsap tse (ook gekend als Jab Chea, Jap Chea of  Chap Chea) is een Koreaans traditioneel gerecht waar alle tafelgenoten uit één grote schotel eten. Het bestaat uit (gewokte) glasnoedels, diverse groenten, rijstcake, eekhoorntjesbrood, rundvlees en een dressing van sojasaus. Naar het schijnt, is dit het meest geliefde noedelgerecht in Zuid-Korea. Ook bij ons in België is het een populair gerecht. De meeste Chinezen hebben het bij ons (in aangepaste vorm) op de keuzekaart staan http://www.smulweb.nl/recepten/1113543/Tsap-tse?print Megi begint direct te klagen over hoe spicy het gerecht wel is. Haar lippen branden en haar ogen beginnen te tranen. De vier andere tafelgenoten en ik beginnen te lachen. Dit gerecht is voor ons helemaal niet spicy, verre van. We zijn duidelijk al gewoon geworden aan het Koreaanse eten.

Onze avond sluiten we af in de dabbing Squidward. Ja hoor, de ‘dabbende’ Octo uit Spongebob, onze ondertussen favoriete bar in Anam. Geen idee overigens waarom je je bar vernoemt naar een cartoonoctopus die een dansmove uitvoert? Gegeten of niet, in bijna elke bar in Seoul MOET je snacks bestellen om drankjes te kunnen bestellen. Vergeet kaasjes, chips, nootjes, of frituurhapjes zoals wij ze kennen. De borrelhapjes zijn altijd op-en-top Koreaans. Het samen gebruiken van eten en alcohol (= anju) is trouwens een wijdverbreide praktijk in Korea, vooral wanneer je alcoholische rijstdrank soju bestelt. Datgene wat je als snack kan bestellen, is bovendien afhankelijk van wat je aan het drinken bent. De traditie spoort nogal nauw. Zo combineren Koreanen kip bv. altijd met bier (de fameuze chicken and beer of chimaeg in het Koreaans) en drinken ze altijd soju bij varkensvlees. Je kan anders combineren, maar dat levert vooral onbegrip op bij de Koreaanse barman/vrouw. We bestellen Mandu's (Koreaanse dumplings vergelijkbaar met Chinese dimsums) en Kimchi-buchimgae ( 김치 부침개 ) ook bekend als Kimchijeon (김치전), Kimchi-pannenkoeken. Zoals de naam zelf zegt, vormt fijngesneden, gefermenteerde Chinese kool het hoofdbestandeel van deze pannenkoek. Meestal wordt daar nog varkensvlees doorgedraaid. Verder gaat er nog jeotgal in (een soort van zoute visssaus) en ‘Kimchi-powder’ (Gochugaru of Koreaans peperpoeder). De pannenkoeken krijgen hun typische rode kleur door pekel (afkomstig van het fermentatieproces van de kool) doorheen het beslag te draaien. Het eindresultaat is een hartige, maar vooral supervurige pannenkoek. Fire in the hole!


Reacties

Populaire posts van deze blog

Piet Huysentruyt

Pap

Astrid Josten 2.0