Pap

Zaterdag 25 november 2017


Dit weekend wordt er door mijn skischool een ski-en taalkamp georganiseerd. Een weekend lang geven we skiles én Engels aan Koreaanse kinderen. Om er op tijd te geraken heb ik gisteravond de bus genomen aan het Wolgok-metrostation, vlakbij de Dongduk Women’s University (https://www.dongduk.ac.kr/eng/html/01/0100.html, ook met deze Koreaanse unief heeft de VUB een samenwerkingsovereenkomst en kan je er vanuit Politieke Wetenschappen op uitwisseling). Na een busrit van twee uur kwamen we aan in Vivaldi Park (zie mijn blog ‘Kakkenestje’ van 28 oktober). Het skiresort ligt tussen Seoul en YongPyong Resort, waar we vorige week waren. Vandaag slapen we (helaas) in een minder luxueus hotel. We slapen zoals echte Koreanen op de grond. We kregen wel een écht Westers ontbijt (dat compenseert). 
We zijn met 7 instructeurs. Ieder van ons krijgt twee Koreaanse kinderen toegewezen. Als snel hebben we door dat het niveau qua Engels enorm verschilt van leerling tot leerling. Ik krijg twee Koreaanse jongens van elf jaar onder mijn hoede. Ik stel me kort voor en merk meteen dat ze weinig tot geen Engels spreken. Ze verstaan niks (of het moet aan mijn Engels liggen). Als ik met de jongens probeer te spreken via de ouders, merk ik dat die ook niet verder geraken dan wat verlegen gelach, geknik en een 'you beautifull'. Dat begint hier al goed. Ik heb al snel door dat mijn jongens niet alleen geen Engels kunnen, maar ook nog nooit hebben op de latten hebben gestaan. Wel logisch van de ouders om ze op combi ski- en taalkamp te sturen (bedenk ik achteraf), maar het geeft gewoon een aantal praktische problemen. Lesgeven zonder te communiceren blijkt toch niet evident. Gelukkig spreken de jongens en ik gebarentaal. Eerste werk is ze leren ploegen en een ploegbocht leren maken: ski’s in een pizzapunt en met gebogen knieën de onderbenen naar buiten duwen. In een tweede fase één van beide benen enigszins trekken en zo meer druk op die ski geven zodat je een ploegbocht maakt. Ik verschiet van mezelf. De jongens leren behoorlijk snel. Al blijkt de ene al snel wat beter dan de andere. Samguk gaat al snel in ploeg van de berg, terwijl Sunny bij elke gemaakte bocht tegen de grond gaat. Zelf recht geraken lukt nog niet, waardoor ik hem elke keer moet rechttrekken…Is me dat ‘travakken’. Na het middageten (een Koreaanse versie van Mexicaanse taco's) herhaalt het scenario zich: bergje op, bochtje naar beneden, vallen, rechttrekken, bochtje naar beneden, vallen, rechttrekken,…Niets ontmoedigd mijn twee nieuwe vrienden, zelfs de hevige regenbuien niet. Omdat het een taalkamp is, wordt er na het avondeten van de moni’s verwacht dat we de leerlingen al spelenderwijs Engelse les geven. Onze leerlingen zijn zo uitgeteld, veel verder dan 'apple' en 'car' geraken ze niet. Ze kunnen geen pap meer zeggen. En dat geldt ook voor mij.  

   











Reacties

Populaire posts van deze blog

Piet Huysentruyt

Astrid Josten 2.0